20 Paard Niveau 1 | Niveau 1 | N1.2
Niveau 1 proef 2
Sherilee Van De Walle
FAST S
  C Diff
1 A-X
X
Binnenkomen in arbeidsdraf
Halthouden en groeten
Voorwaarts in arbeidsdraf
4
2 C Rechterhand 6.5
3 B Volte (10m) 7
4 A
C
Afwenden
Linkerhand
6
5 E Volte (10m) 6.5
6 F-X-H Van hand veranderen in middendraf,

daarbij lichtrijden
6
7 H Arbeidsdraf 6.5
8 B Halthouden, 3-5 passen
achterwaarts en terug halthouden,
daarna voorwaarts in middenstap
6.5
9 K-B Van hand veranderen in middenstap 6.5
10 B Bij het bereiken van de hoefslag

arbeidsgalop links
7
11 C-X-C Cirkel (nmaal rond) en aan de open
cirkelzijde ( /- X) over de manenkam
strijken (überstreichen)
6.5
12 C
H-K
K
Hoefslag volgen
Middengalop
Voor de korte zijde arbeidsgalop
5.5
13 F-X-H
Tussen
F en X
Van hand veranderen
Overgang naar de stap, middenstap
6.5
14 H Arbeidsgalop rechts 4
15 C-X-C Cirkel (20m) 6.5
16 C
B
Hoefslag volgen
Arbeidsdraf
6.5
17 A
X
Afwenden
Halthouden en groeten
6
In middenstap met lange teugel de rijbaan
verlaten
   
 
1 Houding en zit van de ruiter

(hoofd, schouders, bovenlichaam, heupen, rug, armen, handen, benen, voeten en hielen) Goede controle over het bovenlichaam, elastisch versus stijf, losjes versus onstabiele zit.
2 6.5
2 Effectiviteit van de hulpen

De mogelijkheid van de ruiter om het paard positief te benvloeden en het paard correct voor te stellen volgens het scala van de africhting. Focus hoofdzakelijk op de ontspanning, de aanleuning, rechtgerichtheid en evenwicht.
2 6
3 Precisie

De mate waarin de oefeningen worden voorbereid, de nauwkeurigheid van de uitvoering van de figuren, de uitvoering op de precieze plaats en het behoud van het correcte tempo.
2 6
4 Algemene indruk

Harmonie tussen ruiter en paard Correctheid van de gangen. Het gunstig presenteren van het paard.
2 6.5
 
1ste fout
2de fout
Andere fouten
Andere fouten
Andere fouten