2 YC - Niveau 1 proef 3
Niveau 1 proef 3
Jade Heyligen
Kristel
  H C B Diff
1 A-X
Tussen
X & G
C
Binnenkomen in arbeidsdraf
Halthouden en groeten, daarna voorwaarts in
arbeidsdraf
Rechterhand
6.5 6 6.5 ±0.5
2 M-X-K

K
Van hand veranderen in middendraf,
lichtrijden
6.5 7 7 ±0.5
3 A
D-M
Afwenden
Wijken voor het linkerbeen
6.5 7 7 ±0.5
4 H-X-F

F
Van hand veranderen in middendraf,
lichtrijden
Arbeidsdraf (doorzitten)
7 7.5 7 ±0.5
5 A
D-H
Afwenden
Wijken voor het rechterbeen
5.5 5.5 6.5 ±1
6 B-X-E Door een S van hand veranderen 6.5 6.5 7 ±0.5
7 Tussen
A & F
Arbeidsgalop links aanspringen 7 7 6.5 ±0.5
8 B Volte (10m) 7.5 7 7 ±0.5
9 Tussen
H & K
Middengalop (minimum 20m) 7 7 7
10 (overgangen arbeidsgalop - middengalop en

middengalop - arbeidsgalop)
7 6.5 7 ±0.5
11 Tussen
F & B
B-H
Arbeidsdraf
Van hand veranderen
7 7.5 6.5 ±1
12 Tussen
C & M
Arbeidsgalop rechts aanspringen 7 7 7
13 B Volte (10m) 7.5 7 7 ±0.5
14 Tussen
K & H
Middengalop (minimum 20m) 7 7 6.5 ±0.5
15 (overgangen arbeidsgalop - middengalop en

middengalop - arbeidsgalop)
7 6.5 7 ±0.5
16 Tussen
M & B
Arbeidsdraf 7 7 7
17 A
K-B-M
Middenstap
Van hand veranderen
5 6.5 7 ±2
18 C Arbeidsdraf, lichtrijden 6.5 7 7 ±0.5
19 E-B-E
Vr E
E
Cirkel, gedurende enkele drafpassen het
paard de hals laten strekken (lichtrijden)
Teugels terug op maat en doorzitten
Hoefslag volgen
6.5 7 6.5 ±0.5
20 A
X
Afwenden
Halthouden en groeten
6.5 6.5 6.5
In middenstap met lange teugel de rijbaan
verlaten
       
       
 
1 Houding en zit van de ruiter;
(hoofd, schouders, bovenlichaam, heupen, rug,
armen, handen, benen, voeten en hielen)
Goede controle over het bovenlichaam,
elastisch versus stijf, losjes versus onstabiele
zit
2 7 7 7
2 Effectiviteit van de hulpen;
De mogelijkheid van de ruiter om het paard
positief te benvloeden en het paard correct
voor te stellen volgens het scala van de
africhting.
Focus hoofdzakelijk op de ontspanning, de
aanleuning, rechtgerichtheid en evenwicht.
2 6.5 6.5 7 ±0.5
3 Precisie;
De mate waarin de oefeningen worden
voorbereid, de nauwkeurigheid van de
uitvoering van de figuren, de uitvoering op de
precieze plaats en het behoud van het correcte
tempo.
2 7 6.5 7 ±0.5
4 Algemene indruk;
Harmonie tussen ruiter en paard
Correctheid van de gangen.
Het gunstig presenteren van het paard
2 6.5 7 7 ±0.5
 
1ste fout
2de fout
Andere fouten
Andere fouten
Andere fouten